Rein vertelt over zijn 50 jaar bij DKIJV (Deel 1)

Laat onderaan je reactie achter!

DKIJV bestaat 50 jaar. Tijdens de ALV is het eerste 50 jaar tegeltje uitgereikt aan Rein. We vroegen hem herinneringen met ons te delen. En dat deed hij. Ons advies: ga ervoor zitten en geniet!

In 1960 ben ik serieus begonnen met het hardrijden op de schaats op de ijsbaan in Deventer als lid van DIJC (Deventer IJs Club) want zonder dat lidmaatschap mocht je niet op de KNSB uren trainen. Ik was ook nog lid van de schaatsvereniging Arnhem en Omstreken, welke niet bij de KNSB aangesloten was, maar bij de NVBHS (Nederlandse Vereniging tot Bevordering van Hardrijden op de Schaats) beide bonden zijn enkele jaren later samen gesmolten tot KNSB.

Bij de DIJC trainde ik met mannen als Eddy Verheijen, Jan Bols, Dries van Wijhe (Dolle Dries)  maar ook Reinier Paping, die de 11 Steden in 1963 won. Als beginnend schaatser waren deze mannen onbereikbaar, maar af en toe een paar rondjes erachter zitten gaf je een enorm goed gevoel. We trainde in de zomer de droogtraining in de bossen bij de Postbank bij Arnhem en hebben ontelbare malen alle heuvels rond de Postbank beklommen. Ik schaatste drie keer per week in Deventer, een open ijsbaan direct langs de rivier de IJssel. Dus afzien bij strenge kou en regen. Tijdens mijn militaire diensttijd kwam er van schaatsen weinig terecht. Daarna pakte ik de trainingen weer op tot ik naar Delft ging op kamers bij de familie de Graaf in de van der Bossche straat.

Om naar de TU Delft te gaan, die toen nog gewoon Technische Hogeschool Delft heette, Daar ontmoete ik Simon Smit die op de Tussen Afdeling der Scheikundige Technologie werkte. Ik kwam met hem in contact in de winterperiode van 1969-1970 omdat we beide een passie voor schaatsen bleken te hebben. In 1969 ben ik toen samen met Simon lid geworden van DKIJV, na dat we een natuurijs tocht hadden gereden in de Vlist bij Haastrecht. In Delft was er nog een schaatsvereniging DIJC, maar deze legde zich alleen toe op natuurijs. Dus DKIJV daar moest ik bij zijn.

In die tijd trainde we al in het hertenkamp, de Delftse hout bestond toen nog niet, onder leiding van Jaap Jongste de eerste echte trainer van DKIJV. Het schaatsen deden we op de ijsbaan in Amsterdam, de Jaap Eden baan.

Samen met een aantal schaatsers uit Delft en Nootdorp, de familie Ruiterman uit Delft en Ger en Ellie Boelsma en niet te vergeten Wim en Martien van Veen uit Nootdorp, reden we twee keer per week met het busje van Truus Ruiterman naar Amsterdam.

In Nootdorp stapten de beide broers Wim en Martien van Veen met het bord warm eten op schoot in en dan over de A4 richting A’dam.

Toen de Uithof zijn deuren opende was het voor ons gemakkelijker geworden om meerdere keren per week te trainen, er lag alleen maar een ijsbaan, dus regelde Rina in een van de massage kamers een kantine, waar naar afloop van de training een kop koffie of chocolade melk kon worden gekocht. Na thuiskomst in Delft, werden de de centen geteld door Rob Karte en Rina. Voor DKIJV een mooie extra inkomstenbron.

Inmiddels hadden Rina en ik een flatje betrokken in Delft wat ook als een soort clubhuis diende net zoals het ouderlijk huis van Martien van Veen in Nootdorp.

Ondertussen waren de activiteiten behoorlijk uitgebreid, we fietsten veel in de zomer en hadden een competitie bij de wielervereniging Hollandia in Leidschendam. We organiseerde trainingskampen op de Veluwe, de “camping Schaarsbergen” die zo dicht bij de A12 lag dat wij hem omdoopte toe de “Camping de Vluchtstrook”.

Ook werden er trainingskampen in het buitenland gehouden, Wiltz Luxenburg, bij de oom van Martien van Veen in het zuiden van Frankrijk. Met de auto’s ernaar toe in meerdere dagen, waarbij we ’s nachts reden omdat de Simca 1000 van Ben van Hagen overdag te heet werd. Aangekomen bij de pastorie van Oom Piet, die pastoor was in Condrin, namen we bezit van een van de zalen, waar we met zijn allen op luchtbedden op de grond sliepen.

Eten koken deden we met elkaar, van de vele boodschappen die Ellie en Rina elke dag in het dorpje deden. Oom Piet vond het buitengewoon gezellig dat er zoveel jonge mensen in zijn pastorie verbleven. Tijdens dit verblijf hebben we als tegenprestatie vele achterstallige klussen opgeknapt. Een dak gerepareerd, de pomp van de waterput en de oude vrachtwagen weer lopend gemaakt.

Om onze krachten te testen hebben we de toppen van de bergen Col du Tourmalet, Col d’Aubisque en Col du Soulor beklommen en afgedaald.

Op onze tocht naar de Pyreneeën kwamen we langs Lourdes. Anne had de mazelen gekregen en zijn werkgever de PTT inmiddels in kennis gesteld van zijn ziekte, om zijn vrije dagen zeker te stellen. Bij een bezoek aan de heilige grot in Lourdes heeft Anne water uit de bron gedronken, waardoor de mazelen plots verdwenen waren. Hoe het met de vrije dagen is afgelopen is nooit bekend geworden.

Ons verblijf bij oom Piet in Frankrijk, was er een om nooit te vergeten.

In de loop van de jaren werd het noodzaak om het trainers corps uit te breiden bij DKIJV. Ik had inmiddels de nodige voorbereidende cursussen gevolgd en werd toegelaten tot de Schaatstrainers opleiding in Utrecht. Daar kregen wij les van coryfeeën als Leen Pfrommer en Prof. Dr. Harm Kuipers, die wereldkampioen was geworden in 1975 te Oslo. Hij was zijn eigen trainer en maakte geen deel uit van de kernploeg van de KNSB. Commerciële ploegen bestonden toen niet en waren zelfs verboden door de ISU. De schaatsers Ard Schenk, Kees Verkerk, Jan Bols en een aantal tijdgenoten werden zelfs geschorst door de KNSB en ISU voor hun deelname aan de ISSL, zij organiseerde toen wedstrijden met ploegen achtervolgingen, massastarts. Nummers die nu zelfs Olympisch zijn. Hoe star kunnen bonden zijn als het om vernieuwing gaat.

In 1976 behaalde ik mijn ST 3 trainers diploma en ben begonnen de wedstrijdschaatsers van DKIJV te gaan trainen. Collega trainers als Jan de Vries, Simon Smit, Ben van Hagen werden in dezelfde periode actief binnen DKIJV en het gewest. Simon Smit werd zelfs internationaal scheidsrechter bij de ISU.

In die jaren kwam het Short Track in opkomst. DKIJV was één van de voortrekkers samen met de club uit Leiden. Vooral de innovatie kracht van Short Trackers als Menno Boelsma en Arie Ravensbergen en Wim den Elsen zorgde er voor dat DKIJV hoge ogen gooide.

Tot zover deel 1. Later meer.


7 reacties op “Rein vertelt over zijn 50 jaar bij DKIJV (Deel 1)”

  1. Renate van Koppen schreef:

    Geweldige verhalen, Rein! Heel leuk om te lezen, dankjewel!

  2. Johan van Leeuwen schreef:

    Leuk om te lezen.
    Veel leden waaronder ik hebben onder jouw supervisie leren schaatsen.
    Geweldig dat je nog altijd actief bent binnen de DKIJV.
    Bedankt daarvoor!

  3. Marcel van Koppen schreef:

    Mooi om te lezen Rein! Ik heb al altijd met veel plezier training van je gehad. Goede aanwijzingen, leuke variatie in de training en altijd enthousiast.

  4. Rein van de Velde schreef:

    Bedankt voor jullie leuke reacties. Er is een deel twee onderweg. ik hoop dat iedereen er veel leesplezier aan mag beleven.

    Rein

  5. Lies Hoek Spaans schreef:

    Wat een prachtige verhalen! Ik verheug me op deel 2!
    Ik hoop dat we je nog heel wat jaren op de ijsbaan zien.

  6. Frank Wester schreef:

    Hoi Rein en Rina. Het waren inderdaad onvergetelijke tijden op de fiets bij DKIJV, in binnen- en buitenland. Zit zelf nog steeds veel op de fiets. Af en toe met de broer van Bohemen. Dank en groeten, FrankW.

  7. Michel schreef:

    Hoi rein,

    Leuk om zo de historie terug te lezen. Had deel 1 dus gemist en werd door deel II dus geattendeerd. Nog steeds gaaf dat je als vrijwilliger van bijna het eerste uur nog steeds betrokken en actief bent voor DKIJV!

    Groet. Michel.

Geef een reactie opË Lies Hoek Spaans